Elke dag Charlie zijn.

Een leeg cartoonvak als teken van weerzin tegen de onmenselijkheid in Parijs. De cartoonist van The New Yorker schreeuwt in stilte zijn onmacht uit over de laffe aanslag in Parijs. Iets verderop een vliegtuig dat op het punt staat twee potloden te doorboren in volle vlucht. Een sterk beeld als verwijzing naar de aanslagen van 11 september 2001 in New York. 

Of een terrorist die een tekenaar neerschiet met de verantwoording 'He drew first'. Zoveel, oneindig veel, boosheid op de feeds van mijn sociale media. 

En daarbuiten.

Het beeld van de terrorist die een hulpeloze agent in koelen bloede op straat neerschiet had ik liever niet gezien. Maar achter de computer valt leven en dood niet altijd te filteren. Met de profeet heeft dit niets te maken, het is moordlust.
Het koude, harde, beeld maakt me misselijk. Een stomp in de maag. Zoals een aantal keren het voorbije jaar. 

We zijn intussen enkele dagen verder en na de miljoenenmars zondag in Parijs trekt de werkweek zich weer op gang. Collectieve verbijstering maakt stilaan plaats voor de sleur van een werkdag.
De rouw is nog niet voorbij, er dringen zich nog enkele onherroepelijke begrafenissen op.

Onversaagd

"Een wedloop van meningen", noemde een collega-journalist het voorbije weekend de lange lijst van opiniestukken en de al dan niet schreeuwerige tweets over de ronduit afschuwelijke gebeurtenissen. De persvrijheid werd plots als het allerhoogste goed aanschouwd. Maar laten we vooral ook niet vergeten dat in de eerste plaats mensen zijn gedood. En als de storm is gaan liggen, families een vader, moeder, broer, zus, zoon of dochter kwijt zijn.

Herinnert u zich MH17 nog? De dag dat het toestel van Malaysian Airlines in volle vlucht werd neergeschoten boven Oekraïne. 298 doden. Lijkt alweer zo lang geleden. Amper een half jaar nog maar. Ook families die zijn weggerukt, ook families die nooit meer volledig zullen zijn.

Ook een stomp in de maag. Ik herinner me dat ook nog die dag; een moment dat velen niet van de sofa konden loskomen bij het bekijken van de beelden op televisie. Niet uit een zucht naar detaildrift, maar van onbegrip hoe wreed de wereld soms kan zijn. Een beetje naïviteit, mag het soms nog.

Niet veel daarvoor filmde een VRT-ploeg vanuit een hotelkamer beelden op het Maidanplein in datzelfde Oekraïne. Mensen werden genadeloos neergeschoten door ordetroepen. Minutenlang duurde de schietpartij. Harde beelden. Onversaagd gingen burgers in de tegenaanval. Met risico voor eigen leven. Minutenlang. 

Vliegtuigen verdwijnen.

Onschuldige burgers worden overal ter wereld afgemaakt.
Op de dag dat terroristen in Parijs 12 slachtoffers maakte, zijn in Jemen 30 mensen bij een bomaanslag 30 mensen omgekomen. 
In Nigeria heeft Boko Haram in 1 week 2000 slachtoffers gemaakt. 

Elk dag sterven duizenden kinderen van de honger. Miljoenen mensen zijn op de vlucht

Oorlog, uitbuiting en onderdrukking ... het sluipt allemaal genadeloos binnen.

 

Mentale vuist

Even snel als rampspoed komt, lijken de gebeurtenissen weer te verdwijnen. Overschaduwd door andere kleine en grote momenten uit het leven. Weggejaagd ook door de snelheid van het nieuwe. 

We laten los, kruipen in onze cocon. Verdringen. Vergeten. Gaan verder.

Rampspoed is voor anderen. Je kan niet alles mee naar bed nemen. Zij die het meemaken kunnen niet anders.

Wat er in Parijs is gebeurd zet 2015 in met een kille wind. Alweer. Gedachten worden vermoord. 

Rampspoed hoort niet al te vergankelijk te zijn. Een mentale vuist tegen de ander die het totalitaire in onze maatschappij als enig en ondeelbaar ziet. 
Laten we elke dag Charlie zijn. Ook als het zich ver van huis afspeelt.